Een grote dag brak aan, 1 november 1931. De dag waarop de muziekrecensenten van de
grote bladen waren uitgenodigd om met het nieuwe muziekschrift kennis te maken. Tevens
konden zij een, aan een vleugel verbonden, muziekschrijfmachine bewonderen. Natuurlijk
bleef ook de wetenschappelijke verantwoording, met logarithmen en millioctaven, hen niet
bespaard!
Met drie man sterk werd, in een oud postkantoor, begonnen met het vertalen van
muziekstukken van het oude schrift naar het nieuwe. De Klavar-muziekboeken bleken
echter onverkoopbaar. Cor Pot had gedacht dat het muziekschrift zichzelf voldoende
verklaarde. Maar voor het leren bespelen van een instrument, is begeleiding nodig.
Wachten op invoering door docerende musici bleek veel te lang te duren. Zo ontstond de
gedachte om – naar buitenlands voorbeeld – schriftelijke muzieklessen uit te geven.
Hoewel uit nood geboren, een doorslaand succes. Het voortbestaan van Klavarskribo was
verzekerd. Een groot deel van alle bestaande muziekstukken werd en wordt sindsdien in
Klavarskribo uitgegeven.
In die tijd werd lesgegeven aan kinderen en ouderen. Aan een zangklas en aan een
harmoniegezelschap. Deze leerlingen gaven ook uitvoeringen. Eerst in Slikkerveer
(Gemeente Ridderkerk), later in ‘De Doelen’ in Rotterdam en tenslotte in het Amsterdamse
concertgebouw. Hoogtepunten waren het ‘Prima Vista’ 2-stemmig zingen door een
schoolklas en de huldigingsmars van Grieg door het Slikkerveers harmoniegezelschap.